De dikte is afhankelijk van het materiaal
De aanbevolen dikte van het isolatiemateriaal is afhankelijk van de lambda-waarde. Dit cijfer geeft de warmtegeleidbaarheid van een materiaal aan. Hoe lager de waarde, hoe beter het materiaal isoleert.
De lambda-waarde verschilt per gevelisolatiemateriaal en de fabrikant. Hieronder enkele richtwaarden:
- PUR-platen: 0,022 W/mK
- PIR-platen: 0,023 W/mK
- Rotswol: 0,038 W/mK
- EPS-platen: 0,031 W/mK
Wanneer u bijvoorbeeld voor EPS-platen kiest, heeft u dus een dikkere gevelisolatie nodig dan wanneer u PIR-platen gebruikt (om hetzelfde isolatieniveau te bereiken).
De verhouding tussen de dikte van het isolatiemateriaal en de lambda-waarde wordt uitgedrukt in de Rd-waarde. Die berekent u als volgt:
Rd = d / λ
De Rd-waarde (m²K/W) wordt berekend door de dikte van het gebruikte isolatiemateriaal (in meter) te delen door de lambda-waarde (λ). Hoe hoger de uitkomst, hoe beter de warmteweerstand en de isolatiewaarde.
Bijvoorbeeld: een PUR-plaat met een lambda-waarde van 0,030 en een dikte van 12 cm heeft een Rd-waarde van 4.
U kunt dit ook omdraaien. Wilt u met dit materiaal een warmteweerstand van 5 bereiken, dan moet u een gevelisolatie van minstens 15 cm dik aanbrengen (0,030 * 5).
De U-waarde geeft de thermische geleidbaarheid aan van een isolatiepakket en is het omgekeerde van de R-waarde (U = 1/R). Volgens de Vlaamse normen mag de U-waarde van bestaande muren met na-isolatie aan de buitenzijde maximaal 0,24 bedragen. Naar alle waarschijnlijkheid wordt deze norm in de toekomst verstrengd. Het is dus een goed idee om een betere U-waarde na te streven.
Dikker is beter
Als u de isolatiewaarde van het materiaal buiten beschouwing laat, geldt de regel ‘dikker is beter’. Een dikkere laag zorgt voor een hogere warmteweerstand. Dit wil zeggen dat u minder energie nodig hebt om uw woning te verwarmen. Een bijkomend voordeel: op warme zomerdagen blijft het koeler in huis.
Enkele aandachtspunten
Tijdens het bepalen van de dikte van de gevelisolatie zijn er nog enkele zaken om rekening mee te houden:
- De beschikbare ruimte: In sommige situaties is het niet mogelijk om een gevel met 15 of 20 cm te verbreden. Door fysieke beperkingen is een dunnere isolatieplaat misschien de enige optie (1)(2).
- De kostprijs: Dikkere gevelisolatie is duurder. Logisch, want er wordt meer materiaal gebruikt. De prijs hangt ook samen met de lambda-waarde.
- De installatie: Een foutieve installatie leidt tot koudebruggen. Zo haalt u zelfs met dikke isolatie niet de gewenste isolatiewaarden. Daarom laat u deze werken best uitvoeren door een specialist, zoals Isolatiewerken Verschueren.
- Dakgoten, vensterbanken en meer: Door de isolatie wordt de gevel wat dikker. Hierdoor zijn er aanpassingen nodig aan dakgoten, vensterbanken en andere elementen.
(1) Volgens het rooilijndecreet mag u de normale bouwlijn met 14 cm overschrijden om te isoleren. Momenteel bekijkt de Vlaamse overheid een voorstel om die 14 centimeter extra ruimte zelfs nog verder uit te breiden.
(2) In dit geval is een combinatie van buitengevelisolatie en spouwmuurisolatie een goede oplossing. U heeft dan voor dezelfde isolatiewaarde een minder dikke laag aan de buitenkant nodig.
Denk aan de rest van de isolatieschil
Het na-isoleren van de buitenmuren is een eerste stap om uw woning energiezuiniger te maken. Toch mag u de rest van de isolatieschil niet vergeten.
Veel warmte gaat verloren via het dak. U heeft dus een stevige laag dakisolatie nodig.
Daarnaast is er nog het buitenschrijnwerk. Misschien is het tijd om uw ramen te vervangen. Nieuwe ramen zijn voorzien van moderne technologieën zoals dubbele beglazing met gasvulling en thermische onderbrekingen. Dit resulteert in een betere thermische isolatie.
PS: Denkt u eraan om uw ramen te vervangen en gevelisolatie te laten plaatsen? Laat het ons weten. Zo voorkomen we dubbel werk.